Wolseley Ten "Vintage" startperikelen



Wat is het toch fijn als een auto nog een slinger heeft!

Tijdens de Elfstedenrally voor Oldtimers bespeurde ik al een startprobleempje met de Wolseley Ten, dat ik met het vastzetten van een kabeltje verholpen dacht hebben. Inderdaad reed de Wolseley hierna weer fijn zijn rondjes, maar even later was er geen beweging meer in te krijgen, toen ik de auto wilde ophalen om nou eindelijk eens iets te doen aan een lekkende achterwiellagerkeerring. De startmotor deed alsof de accu helemaal leeg was. Zelfs toen ik er een startaccu en een andere accu bij had gesleept startte hij alleen nog maar met de slinger. Die slinger waardeer ik dan ook zeer, hoewel het met koude motor wel even duurt voordat hij pruttelt. Aanduwen is in je eentje niet echt een fijne optie. Terwijl ik de aangeslingerde Wolseley van de schuur naar huis reed voor een nadere inspectie, dacht ik dat het iets met de bekabeling naar de startmotor of de startmotor zelf zou kunnen zijn. Eigenlijk leek het me dat het meer aan de kabels dan aan de startmotor kon liggen omdat die nog heel enthousiast werkte toen hij nog stroom kreeg.

Het demonteren van de startmotor was ook nog een heel gedoe. Zo’n oude auto zit wel heel eenvoudig in elkaar, maar in 1939 was het compact maken van een auto nog best iets nieuws, dus om de kleine New Ten te maken en er toch nog een leuke vorm aan te geven werd de beplating van de voorkant ook wat dichter bij het mechaniek geknutseld. Bij eerdere modellen is het heel makkelijk om die beplating er gewoon af te halen, maar hier zit alles leuk aan elkaar vast. Daar had ik dus geen zin in. Een startmotor moet er toch gewoon uit kunnen? Met enige lenigheid en wat geschaaf aan mijn armen schroefde ik de kabelaansluitingen en de bouten waarmee de startmotor vast zat eruit. De auto was al opgekrikt, maar dan kun je er van boven weer niet erg goed bij want de startmotor zit diep en de motorkap heeft niet van die handige zijflappen die de Austin Ten en Seven wel hebben. Veel zicht is er ook niet omdat de carburateur aan de bovenkant het zicht belemmert en aan de onderkant zit de vooras in de weg. De eerste bout was niet erg lastig, maar de tweede leek een wat grote kop te hebben zodat er geen dopsleutel op paste. Met een steeksleutel lukte het wel om de bout er stukje bij beetje uit te halen. Toch zat de startmotor nog gewoon vast op zijn plek

Als ik de scherpe ogen van een tiener had gehad had ik het natuurlijk al eerder gezien, maar met verschillende lampen en na het op en afzetten van diverse brillen (voor verschillende afstanden) zag ik na een poosje zoeken dat er, verstopt tegen het blok, nog een derde bout aan de startmotor zat! Aha!

Deze bout had nog minder ruimte. Zelfs een pijpsleutel had niet genoeg ruimte om er op te passen.( is dat zo ontworpen of heeft iemand er een verkeerde bout op gezet?) Uiteindelijk kon ik er een doorgezaagde steeksleutel op krijgen, waarna het ook nog lukte met een pijpje om de steel van het sleuteltje de bout los te krijgen. De startmotor zat nu los, maar er was niet genoeg ruimte om’m uit zijn comfortabele bedje te laten zakken. Ik kon er net een hand bij krijgen, maar het ding was wel wat zwaar om met een hand te manoeuvreren. Gelukkig kon ik met een paar assteunen onder het chassis de vooras genoeg laten zakken en kon ik de startmotor(nog steeds met een hand) er uit halen. En dat zonder'm uit mijn vingers te laten glijden, hoewel hij vanwege een eerder olielek toch tamelijk glibberig was.

Toen ik de startmotor op de werkbank uitprobeerde deed hij het ook niet. Er kwam alleen een klein rookwolkje uit. Dat was een duidelijk (rook)signaal dat er in de startmotor iets mis was. Dus de startmotor maar uit elkaar gehaald om te kijken wat er aan de hand was.

Toen ik eenmaal de startmotor uit elkaar gehaald had, zag ik al direct dat het rookwolkje uit de bekabeling naar de koolborstels moest komen. De isolatie van twee koolborstels was helemaal weggebrand. Ook zag het er naar uit dat de isolerende kartonnetjes tussen de verschillende onderdelen gedeeltelijk waren doorgebrand. Ik had nog even het idee om er zelf nieuwe koolborstels in te zetten, maar al gauw bedacht ik dat het beter zou zijn als de startmotor gewoon helemaal in de revisie ging. Ik bedoel maar: in de tijd dat je de juiste koolborstels op Internet besteld en in huis hebt, kun je de startmotor ook naar een revisiebedrijf brengen. Dus dat ging ik doen.

Maar waar vind je nog een ouderwets revisiebedrijf? Ik heb al jaren geen startmotor of dynamo meer laten reviseren. Niet al te dure nieuwe of ruilexemplaren zijn voor de meest voorkomende auto's zo te bestellen. Vroeger, u weet wel in de eeuwen voor Internet, was er in Nijmegen een bedrijf waar je alles heen bracht aan startmotoren, dynamo's en zelfs waterpompen die je een paar dagen later weer blinkend kon ophalen. Maar zouden ze dat nog doen? Na zoeken op Internet bleek het bedrijf nog te bestaan. Op hun website melden ze trots dat ze bandenspanningsmeters, ijskrabbers, slot-ontdooiers en startkabels leveren en graag verlichting van fietsdragers inbouwen.

Toch maar gebeld. Op mijn vraag of ze mijn startmotor zouden kunnen reviseren viel er een stilte. Net zoals in de film als de bedrogen echtgenoot naar een huurmoordenaar vraagt. In plaats van “ Who wants ta know?” kreeg ik na een diepe zucht :”Dat ligt eraan meneer, we reviseren alleen bijzondere startmotoren.” Gelukkig werd mijn startmotor bijzonder genoeg geacht en geaccepteerd en mocht ik'm brengen. Ik kreeg geen toezegging over de duur van de werkzaamheden of over de te verwachten kosten anders dan dat het “geen weken” zou duren en “geen honderden euro's” zou kosten.
In afwachting van de startmotor kon ik vast aan de gang met de lekkende achterwielnaaf. De lekkage werd veroorzaakt door differentieelolie die via de achternaaf op de remmen lekte. Heel vervelend. Aan de achterkant van de naaf hoort een vilten keerring te zitten. In dit geval had iemand er ooit een modernere rubber keerring in gemaakt, maar die was versleten en helemaal hard geworden. Meestal komt er niet veel olie langs, maar teveel olie in het differentieel kan voor problemen zorgen, dus ik had daar al naar gekeken: er zat niet teveel olie in. Een nieuwe keerring leek dus wel nodig, maar ik had het vermoeden dat het lager misschien niet ongebroken uit de naaf zou komen, dus ik ging met de naaf onder de arm op zoek naar een lager bij een grote lagerhandel waar ik nog niet zo lang geleden ook een nieuw lager voor de vooras had gekocht. Na aandachtig het oude lager te hebben bestudeerd trok de balieman de conclusie dat het lager dat ik nodig had niet uit voorraad leverbaar was en de keerring ook niet. Natuurlijk had hij geen vilten lager, maar ook de rubber versie was er niet in de juiste maat. Nou had ik daar eigenlijk ook niet op gerekend. Ik had ergens gelezen dat we de keerring onnodig zouden kunnen maken door een “sealed” lager te gebruiken, waar de keerring als het ware deel is van het lager. Toen we daar zo over badineerden, kwam er andere meneer uit een kantoor geschreden. Blijkbaar had hij gehoord waar we mee bezig waren en vond hij het tijd in te grijpen. Hij bleek een soort lagergoeroe te zijn van een hogere orde. Hij deed me ook wel denken aan Professor Barabas uit een bekend stripverhaal. Ik werd streng uitgehoord over maximum belastingen, toerentallen en laterale druk die mijn Wolsje op zijn arme lagertje zou loslaten. Uiteindelijk bleek dat er zomaar een passend lager beschikbaar was dat dat ook “sealed” was. Dit lager was ook nog eens gewoon in voorraad! Thuisgekomen was het eenvoudig dit lager te installeren met een pers en grote doppen als adapter. Helaas kon ik niet uitproberen of de lekkage nu echt verholpen was omdat de startmotor nog niet terug was. Hiervoor moest ik nog even geduld hebben.



Ik kon in de tweede week (het duurde dus geen weken, maar in ieder geval een week..) de mooi opgeknapte startmotor ophalen. Volgens de balieman had de reviseur er veel werk aan gehad. Er waren drie nieuwe koolborstels van een Rolls Royce gemonteerd en een van een ander merk, de as was gericht en de boel was ook weer “Gebandeleerd”. De kosten waren inderdaad precies tussen honderd en enkele honderden gehouden:“Jaa, u snapt wel dat wij bij dergelijke reparaties niet alle uren kunnen doorberekenen!” Ik begreep dat niet helemaal, maar was daarom extra dankbaar voor hun inzet en gelukkig nam ik mijn schat onder de arm mee naar huis, heel blij dat dit soort bedrijven nog bestaat.

De inbouw was heel simpel in de “omgekeerde volgorde van demontage”, inclusief het gehannes met kriks, kramp in de rechterhand en het halve sleuteltje. En natuurlijk startte de Wolseley daarna gewoon. Heel gewoon...